De kerk van Wijhe heeft in brand gestaan
Maar tijdens het blussen luidde de klok
Wie weet daar meer van, wie heeft het gedaan?
Deskundigen zeggen: 'Dat blijft een gok'
't Begon de ochtend na de Nieuwjaarsnacht
Volgens het laatste nieuws zo rond half negen
Net toen de rotjes en de strijkers zwegen
De brandweer rukte uit met man en macht
Daar kwamen al de vlammen uit de toren!
De brandweerlieden draaiden aan de kraan
En spoten alles wat ze spuiten konden
Helaas, ze hebben toch de strijd verloren
De aanblik doet bijzonder treurig aan:
De kerk van Wijhe heeft in brand gestaan
Niemand die weet waaraan het heeft gelegen
Al is men naar de oorzaak wel op jacht
Er wordt als reden vuurwerk ingebracht
Of terroristen, of gebrek aan regen
Eén spreekt er zelfs van 'straf voor onze zonden'
En zoekt vast naar een zwarte zondebok
Een ander zegt, aan wie het maar wil horen
- Hij lijkt hierbij behoorlijk opgewonden:
'Wie 't niet gelooft, krijgt met mij aan de stok,
Maar tijdens het blussen luidde de klok!'
Nu spreekt een ieder wat hij daarvan dacht
Bij het ontbijt en onder 't vuurwerk vegen
Lijkt elke theorie het waard te overwegen
Steeds luider klinkt de roep om burgerwacht
Men spreekt al af de daders op te sporen
Om met ze naar 't kantongerecht te gaan
Een ding kan niemand echter goed doorgronden:
'Wij hoorden het met onze eigen oren!
Een raadsel, hoe die kerkklok zo kon slaan
Wie weet daar meer van, wie heeft dat gedaan?'
Er staat een man opzij, hij lijkt verlegen
Maar heel zijn lichaamshouding spreekt van kracht
Wie heel goed kijkt, ziet dat hij even lacht
Hij draait zich om, verdwijnt in één der stegen
En niemand heeft hem sindsdien weergevonden
(Behalve, naar men zei, bij 't fietsenhok
Maar die persoon was dikker, slecht geschoren)
De vraag leeft onder allen die daar stonden
Was hij de man die aan het kloktouw trok?
Deskundigen zeggen: 'Dat blijft een gok'
